Ik zag het pas toen ik het doorhad

We zaten in de tuin, achter het atelier.

Het was vroeg in het voorjaar en de bomen waren nog niet helemaal groen.

– Teken de ruimte tussen de takken, had de schilderjuf gezegd.

Maar daar zag ik helemaal niks.

Wat moest ik in hemelsnaam tekenen?

Het duurde even voor ik het zag

Eerst zag ik alleen bladeren en takken. Maar na een tijdje zag ik ook de lijnen en de lege vormen ertussen. En ik merkte dat ik door de ruimte óm een tak te tekenen de tak zelf veel beter op papier kreeg.

Negatieve ruimte geeft vorm

In de beeldende kunst is negatieve ruimte (ook: witruimte) een belangrijk concept. Het staat tegenover positieve ruimte: dat zijn de voorwerpen op een schilderij of foto. De negatieve ruimte zit tussen en rond die voorwerpen.

Negatieve ruimte is niet hetzelfde als ‘niets’: het is een echte vorm die lijnen en hoeken deelt met de positieve ruimte. Daarmee is het net zo belangrijk als het voorwerp zelf. Negatieve ruimte zet het voorwerp in het zonnetje; je oog wordt er als vanzelf naartoe getrokken.

Ik vroeg me af of en hoe negatieve ruimte ook werkt met schrijven. Kun je witruimte bijvoorbeeld gebruiken om het onderwerp van je tekst meer nadruk te geven?

Witruimte laat je lezer ademen

Online schrijven doe je niet voor het mooi – wel voor het effect.

Je wil sowieso dat je tekst gelezen en begrepen wordt. Dus is het handig als het ook makkelijk te lezen is. Je lezer moet niet het gevoel hebben dat ze zich door je tekst heen moet worstelen. Tussen de kern van je verhaal en het hoofd van de lezer mogen geen drempels zitten.

Witruimte helpt je hierbij. Het zorgt voor rust en ritme op het scherm, en maakt je teksten beter leesbaar en scanbaar, zodat je boodschap beter over komt.

Bijvoorbeeld de witruimte aan de zijkanten van je tekst, links en rechts. Als de tekst helemaal doorloopt tot de randen van het scherm, leest dat niet makkelijk. Stevige marges zijn fijn.

Of de witruimte tussen de alinea’s. In boeken en kranten worden alinea’s vaak van elkaar gescheiden door een tab op de nieuwe regel. Als je dat ook op je website of blog doet, krijg je een grijze woordenbrij. Handiger is een witregel na elke alinea. Dan kan de lezer telkens even op adem komen.

Of de ruimte tussen (sub)koppen en alinea’s. Die zorgt voor overzicht – de lezer ziet zo in een oogopslag of de tekst interessant voor haar is. Ook deze lege ruimte geeft rust. En door de kop zo in de ruimte te zetten valt-ie extra op.

Witruimte creëer je ook in de ruimte tussen de regels: de regelhoogte. Als regels dicht tegen elkaar staan leest dat niet prettig. Dat ziet er heel propperig uit.

En door een enkel woordje of zin in het wit tussen alinea’s in te zetten krijgt het ook extra aandacht.

Ruimte.

Op Facebook, Instagram en LinkedIn heb je dit niet zelf in de hand. Je kunt daar wel witregels gebruiken om je tekst ‘lucht’ te geven en overzichtelijk te presenteren. Witruimte speelt zeker ook een grote rol in het design van je site. Maar dat is nu eenmaal niet mijn specialiteit.

Show, but don’t tell everything

Wat vertel je wel en wat vertel je niet? Belangrijke vragen bij het schrijven. Je wil volledig zijn maar niet je lezer overvoeren. Ook ín je tekst kun je witruimte creëren.

Het is zo’n beetje het populairste schrijfadvies: show, don’t tell.

Dus niet gewoon schrijven: ‘Ze is boos.’ In plaats daarvan beschrijven wat ze dan precies doet: ‘Met een harde klap gooide ze de keukendeur achter zich dicht. Stampvoetend liep ze het tuinpad af, het grind spatte in het rond.’ Je wil dat de lezer het levensecht voor zich ziet.

Nou schrijven solo-ondernemers meestal niet dit soort fictie. Toch is het goed om ook in je online marketingcommunicatie concreet, specifiek en beeldend te schrijven.

Met deze kanttekening mijnerzijds.

Je kan ook teveel vertellen. Je hoeft niet alles voor te kauwen aan je lezer. Die kan prima zelf nadenken. Je kunt het haar ook zelf laten invullen. Daar wordt je tekst zelfs krachtiger en spannender van, omdat de lezer zo een eigen beeld krijgt.

Het is niet mijn gewoonte, maar ik citeer even uit eigen werk:

– Goedemiddag.
– Koffie, thee?
– Ja, graag.
– Ik heb natuurlijk nog wel een paar vragen voor je.

Ik vind dit intro nog steeds tamelijk geslaagd. Omdat er geen woord teveel staat. Ik had ook kunnen uitweiden. Krijg je zoiets:

Vorige week had ik een gesprek met Anneke, een startende coach. Zij had me gevraagd of ik haar webteksten wilde maken. In ons eerste gesprek gaf ze aan nog niet helemaal precies te weten met wie ze wilde gaan werken. We hadden daar toen al even over doorgepraat. Nu zit ze tegenover me. Ik bied haar iets te drinken aan en we gaan van start.

Niet heel spannend. Wel heel lang.

Ik wil jouw kostbare tijd niet verdoen met zo’n lange tekst als het ook korter kan. Daarom heb ik niet ter zake doende details eruit gehaald. Tot de tekst als een handschoen paste.

Ook door ballast-woorden en stopwoordjes te schrappen gaat je tekst beter ademen – en daarmee je lezer.

Net als negatieve ruimte bij beelden en vormen geeft witruimte om en in je tekst kracht aan je verhaal. Je teksten worden beter leesbaar en je lezer krijgt meer denkruimte.

Recente blogartikelen

Over Els Brouwer

Els BrouwerDoet sinds 2007 aan online copywriting en contentmarketing, samen met ondernemers. Helpt graag, maar heeft wel een mening. Wars van goeroes en nuchter as a dodo.